Wat is rhizarthrose ?

Rhizartrose of duimartrose is slijtage van het CMC gewricht van de duim. CMC staat voor Carpo Meta Carpaal gewricht. Dit is het gewricht tussen enerzijds het middenhandsbeen van de duim en anderzijds de handwortel.
Dit CMC gewricht laat toe de duim te bewegen naar de pink toe. Het gewricht is zoals alle gewrichten in het lichaam bedekt met kraakbeen en omgeven door een weefselzakje, het kapsel, en stevige ligamenten. Het gladde kraakbeen zorgt ervoor dat de 2 beenderen mooi glijden over elkaar, het kapsel en de gewrichtbanden zorgen ervoor dat ze niet te veel verschuiven tegenover elkaar.

Met de leeftijd en het veelvuldig gebruik van het gewricht treedt er langzame slijtage op van het kraakbeen. Hierdoor treedt er pijn en ontsteking op die  op termijn ook het kapsel en de ligamenten kunnen aantasten. Deze slijtage noemen we artrose. Jammer genoeg wordt het kraakbeen dat beschadigd is niet hersteld zodat de artrose onomkeerbaar is.

Wat zijn de oorzaken ?

Meestal treedt de slijtage op zonder echt aanwijsbare oorzaak en is ze te wijten aan een veelvuldig gebruik van de duim gedurende jaren. Het gebeurt echter dat een ernstige verstuiking van de duim met een letsel van de gewrichtsbanden of een breuk in het gewricht de artrose versnelt. Dit is te vergelijken met een snellere slijtage aan een motor waarvan een onderdeel los zit.

Wat zijn de symptomen ?

De voornaamste symptomen zijn pijn en bewegingsvermindering van de duim. Deze pijn treedt voornamelijk op tijdens of na gebruik van de duim. Rust kan de pijn verminderen. Door zware belasting (bvb. een fles opendraaien) kunnen er pijnscheuten optreden. Vaak is er ook een ‘krakend‘ gewricht.

Wat zijn de behandelingsmogelijkheden ?

Bij beginnende artrose zal alles gedaan worden om  het letsel zonder een operatie te behandelen. Er wordt dan getracht de pijn en ontsteking te minderen en verdere slijtage af te remmen. Dit kan door :

  • Medicatie: ontstekingsremmende medicatie geeft vaak goede pijnstilling.. Ook injecties in het gewricht kunnen verlichting geven. Men heeft de keuze tussen cortisone, een krachtig ontstekingremmende stof met een effect gedurende een aantal maanden. Tevens zijn er ook injecties met hyaluronzuur, een bouwsteen van het kraakbeen. Deze hebben minder neveneffecten dan  cortisone, maar zijn wel wat duurder.
  • Steunbrace: het dragen van een afneembaar stevig verband in  kunststof geeft minder belasting aan de duim en dus minder pijn en slijtage, maar heeft uiteraard beperkingen voor de beweeglijkheid.
  • Kinesitherapie: bij optredende stijfheid in het gewricht kan een aantal sessies kine helpen om het gewricht soepel te houden, ook met het oog op een nakende operatie.

Indien deze conservatieve middelen niet meer helpen, is vaak de enige optie nog een operatieve ingreep:

  • Indien enkel het CMC gewricht van de duim is aangetast en het gewricht is nog soepel en goed beweeglijk, wordt er gekozen voor  het plaatsen van een kunstgewricht of endoprothese.  Deze bestaat uit een steel met een kopje enerzijds, en een kom anderzijds.  Het grote voordeel van deze ingreep is dat de beweeglijkheid van het gewricht bewaard blijft, evenals de kracht van de duim.
  • Bij patiënten die nog te jong zijn voor het plaatsen van een prothese en bij patiënten waarbij naast het CMC gewricht echter nog andere gewrichten van de handwortel aangetast zijn, worden vaak nog andere operatietechnieken gebruikt. Samenvattend houden deze in dat het zieke kraakbeen en bot verwijderd wordt en een nieuw gewricht gemaakt wordt met behulp van een peestransplantatie uit de voorarm. Deze pees wordt op een speciale manier rond de andere duimpezen geweven zodat de duim niet ‘ontwricht’ en toch zijn beweeglijkheid behoudt.

 

Wat na de ingreep
  • Na de ingreep wordt een gipsverband rond de pols en duim aangelegd gedurende 3 weken.
  • Na een week wordt de wonde gecontroleerd en het eerste gipsverband vervangen
  • Na 3 weken wordt het gipsverband verwijderd en gestart met kinesitherapie.

 

Mogelijke complicaties.

Ondanks alle goede zorgen en voorzorgen, kan er, zoals bij iedere ingreep, toch een complicatie optreden.

  • Infectie: iedere ingreep houdt een klein risico op infectie in, vandaar dat voor de ingreep de hand zorgvuldig ontmet en zeer steriel afgedekt wordt. Tevens worden er tijdens de ingreep uit voorzorg antibiotica gegeven. Indien er desondanks toch een infectie optreedt na de ingreep, moet deze met een intensieve antibiotica-kuur behandeld worden. In uitzonderlijke gevallen waar de infectie aldus niet verdwijnt, dient de prothese verwijderd te worden.
  • Luxatie: een luxatie houdt in dat de prothese ontwricht (‘uit de kom’). Dit kan gebeuren door een onverwachte bruuske beweging van de duim in de onmiddellijke postoperatieve periode. Vandaar dat de eerste weken de duim beschermd wordt met een gipsverband. Tijdens deze weken vormt zich een nieuw kapsel rondom het gewricht dat ervoor zorgt dat de prothese niet luxeert.
  • Zenuwbeschadiging: Sommige kleine gevoelszenuwen naar de duim passeren rakelings langs het gewrichtje dat geopereerd wordt. Het verloop van deze zenuwen is bekend. Toch is er een kleine kans dat takjes van deze gevoelszenuwen beschadigd raken en aldus een blijvende gevoelsuitval van een deel van de duim geven.