Wat is een springvinger ?
Een springvinger of “Trigger” vinger is een beschrijving van een “haperende” vinger of eigenlijk een haperende buigpees van vinger of duim. Dit betekent dat de vinger bijvoorbeeld niet of moeilijk gestrekt of geplooid kan worden op bepaalde ogenblikken. Vaak gebeurt dit ’s ochtends. Aanvankelijk gebeurt dit sporadisch, maar dit kan geleidelijk frequenter optreden zodat de vinger soms een blokkage vertoont in buigstand.
Meestal begint deze aandoening als een overbelasting met ontsteking, waardoor de peesschede gaat zwellen (= de tunnel waarin de pees glijdt). Soms is het echter de pees die gezwollen is. Bij langdurige ontsteking ontstaat er dan een verdikking in de peesschede, die de pees hindert bij overgang van buigen naar strekken en omgekeerd. Dit veroorzaakt het typische haperen. (zie figuur)
De aandoening komt meer voor bij rheuma-patienten en suikerzieken, en soms zijn er geassocieerde inflammatoire aandoeningen (zoals peesontstekingen van schouder en elleboog, carpal tunnel syndroom enz.). De duim is het frequentst aangetast, gevolgd door de ring-, middenvinger, pink en wijsvinger.
Behandeling : opereren of niet ?
In het begin van de aandoening kan een cortisone-inspuiting rond de pees soms hulp bieden. Wanneer dit niet te frequent wordt gedaan, heeft dit weinig tot geen bijwerkingen. In onze dienst beperken de artsen zich tot het éénmalig inspuiten.
Wanneer de aandoening te ver gevorderd is, dient echter een operatie overwogen te worden.
De operatie gebeurt meestal via daghospitalisatie, soms onder lokale verdoving.
- Tijdens de ingreep wordt gebruik gemaakt van een knelband aan de boven –of onderarm.
- Er wordt gewoonlijk een korte dwarse insnede gemaakt aan de basis van de vinger op niveau van de handpalm.
- Hierna worden de vaat-zenuwbundels van de vinger voorzichtig beschermd. De verdikte peesschede wordt dan gekliefd en uitgespoeld, zo komt er meer ruimte voor het glijden van de verdikte pees.
- Vervolgens wordt de huid gehecht en wordt er een steriel drukverband aangelegd.
Normale gevolgen en nabehandeling
- Om vergroeiingen tussen de pees en de opengemaakte tunnel te voorkomen is het belangrijk zo vroeg mogelijk te starten met bewegingsoefeningen. Deze bestaan uit buig –en strekoefeningen van de vinger.
- Het drukverband mag vanaf de eerste dag na de operatie verwijderd worden en vervangen worden door een gewone pleister. Zolang de hechtingen aanwezig zijn mag de wonde niet in contact komen met water.
- De draadjes worden verwijderd 10 tot 14 dagen na de ingreep, eventueel bij de huisarts, soms na een langere periode afhankelijk van de wondevolutie.
- Zodra de huid genezen is en de vingers terug soepeler zijn kan U de activiteiten van voor de operatie terug opnemen. Huishoudelijke activiteiten zijn minstens voor 2 weken uitgesloten, nadien kunnen ze geleidelijk aan worden hernomen als de wonde vlot heelt en de beweeglijkheid zich voldoende hersteld heeft.
Mogelijke complicaties.
De volgende complicaties zouden mogelijk kunnen zijn na een springvingeroperatie, maar zijn hiertoe niet beperkt. Zo U hierover vragen heeft, aarzel dan niet deze te stellen aan uw specialist.
- Onvolledig herstel: Er is meer kans op volledig herstel naarmate de aantasting minder ernstig is.
- Algodystrofie (cfr. patiëntenfolder over algodystrofie)
- Zwelling: na de operatie kan de hand zwellen. De mate van zwelling is onvoorspelbaar . Daarom is het van belang dat de hand na de operatie voldoende omhoog gelegd wordt. Ook dan kan er nog wat spanning ontstaan onder het verband.
- Wondinfectie: Dit dient behandeld met lokale wondontsmettingen en eventueel antibiotica. Een zeldzame keer is ook hiervoor een bijkomende ingreep met grondige reiniging noodzakelijk. Als de infectie toch in de diepte verspreid kunnen blijvende bewegingsbeperkingen aanwezig blijven.